College van kerkrentmeesters Naast de kerkenraad is er in elke gemeente een college van kerkrentmeesters. Dat is niet zomaar een commissie of werkgroep van de kerkrenraad, maar een zelfstandig in de kerkorde verankerd college met een eigen werkterrein, bevoegdheden en verantwoordelijkheden. Er is vooral in ordinantie 11 van de kerkorde vastgelegd hoe de verhouding is tussen kerkenraad en college van kerkrentmeesters.
Het college van kerkrentmeesters voert het beheer over de financiële middelen en gebouwen van onze gemeente, met uitzondering van diaconale aangelegenheden. De verantwoordelijkheid hierover heeft de kerkenraad aan het college gedelegeerd. Het college bestaat uit tenminste drie leden. Niet alle kerkrentmeesters zijn ook tevens ouderling, maar zij kunnen belast zijn met specifieke zaken, zoals bijvoorbeeld de verpachting van landerijen.
De taakinvulling van de ouderling-kerkrentmeester bestrijkt een veel breder terrein. Een belangrijk onderdeel hiervan is het veilig beheer van de beleggingen en de ontvangsten daaruit en de inkomsten uit de jaarlijkse Actie Kerkbalans en de wekelijkse collectes tijdens de kerkdiensten.
In het college van kerkrentmeesters is de penningmeester verantwoordelijk voor de min of meer dagelijkse financiële werkzaamheden, zoals betaling van de (gast-)predikant, de organist, kerkhuur, betaling van facturen van geleverde goederen en diensten, verzekeringspremies enz. Voorts is hij belast met kerkverhuur en verzorgt de boekhouding. Na afloop van het boekjaar maakt de accountant aan de hand van de boekhouding de jaarrekening op.
Bij toerbeurt is elke ouderling-kerkrentmeester belast met de voorbereidingen voor de eredienst en vertegenwoordigt samen met de ouderling en diaken van dienst de kerkenraad en collecteert voor de instanthouding van het kerkelijk gemeenteleven.
Waar nodig wordt de penningmeester met raad en daad bijgestaan door de voorzitter en secretaris, die tevens contacten naar buiten onderhouden.