Noordhollands Dagblad - editie Zaanstreek 3 oktober 2017 | Interview
Noordhollands Dagblad - editie Zaanstreek 3 oktober 2017 | Interview Spanbroek* Vijf voor twaalf? De kerkklok slaat al kwart over twaalf, zegt dominee Désirée Woudt over het voortbestaan van haar kerkelijke gemeente. „Er komen nu hoofdzakelijk zeventigers en tachtigers naar onze kerk, als er niets gebeurt valt de kerk over tien jaar om. Er moet echt een slag geslagen worden"
De in de Zaanstreek geboren en getogen dominee was 25 jaar geleden net aan het werk als dominee in de toen nog A.U.B-gemeente (Avenhorn, Ursem, Berkhout) in West-Friesland. Inmiddels werkt de 58-jarige dominee in de Protestantse gemeente Midden Westfriesland. Een kwart eeuw geleden vergeleek ze in de krant Westfriezen met Zaankanters. Die vond ze op elkaar lijken, daarin is weinig veranderd „Ze zijn heel direct, ook heel nuchter. Ik houd daar wel van.”
Waar bleef In dit artikel komen mensen aan het woord die 25 jaar geleden in het nieuws waren. Vandaag is dat dominee Désirée Woudt.
De afgelopen 25 jaar is er wel veel in de kerk veranderd, zegt ze. Er is krimp, een gebrek aan ambtsdragers, vrijwilligers en bezoekers. „We zijn als kerk eeuwenlang gewend dat de mensen naar ons toe komen. Dat is niet meer zo, dus moeten we nu een list verzinnen om ons zichtbaarder te maken. Dat doet dominee Woudt onder meer met filmavonden en een leesclub. „Voor de leesclub lezen we boeken over zingevingen. Dat levert een vast aantal lezers op." De generatie 50 tot 70 jaar oud is weinig vertegenwoordigd in ‘haar’ kerk, en de jeugd komt helemaal niet, maar volgens Woudt heeft geloof nog wel een plaats in de samenleving. „Bij marketing leer je toch dat je behoefte moet creëren", grapt ze. „Er zijn minder kerkgangers, maar er is altijd nog een grote behoefte aan zingeving. Bovendien kan geloof op verschillende manieren geïnterpreteerd worden. Geloof hoeft niet het kennen van de bijbel van kaft tot kaft te zijn. Het kan ook het geloof zijn in iets groters dan wij." Volgens Woudt hoeft aan die behoefte dan ook niet per se in de kerk op zondagochtend tegemoet gekomen te worden. „We moeten af van het idee dat men als grote drommen op zondagochtend naar de kerk moet. Je kunt ook op woensdagochtend in de woonkamer terecht. Ik merk dat de gesprekken dan juist heel diep gaan op een natuurlijke manier." De dominee wilde al van jongs af aan dominee worden. „Ik kom niet uit een christelijk huis, het is een soort aangeboren religiositeit. Als kind dacht ik over de dood na. Iedereen zei altijd maar dood is dood. maar ik geloofde niet dat alles afgelopen is met de dood. Er moet meer zijn." Is dat niet een angst voor de dood? „Het gaat om meer in het geloof, belangrijk is ook het geweten en het begrip mededogen, dat zaken gevolgen hebben. Het sluit aan bij Jezus' leer: behandel anderen zoals je behandeld wil worden." Op de basisschool merkte de doopsgezinde predikant als snel op dat de nog piepjonge Désirée Woudt een bovengemiddelde interesse had in het geloof, vervolgens was haar pad helder. „Ik had al vrij snel een duidelijk pad. Het helpt wel om een duidelijk doel voor ogen te hebben. Op middelbare scholen zie je zovelen die nog niet weten wat ze gaan doen." Haar studie theologie aan de Universiteit van Amsterdam vond zezwaarder. „Ik was achttien en de meesten waren al in de dertig en veertig. Dat was wel eenzaam." Eenmaal dominee is ze op haar 28e aan de slag gegaan in de Wieringermeer als eerste vrouwelijke dominee daar, dat was even wennen voor de Wieringermeerders. „Ik was ook nog de eerste parttimer en net afgestudeerd aan de UvA. Dat waren ze niet gewend." Daarop volgde A.U.B gemeente waar ze precies 25 jaar geleden intrede deed en die veel lijkt op haar huidige gemeente. „Midden Westfriesland is een pluriforme gemeente. Er zijn hier in de jaren zeventig veel nieuwe inwoners gekomen van allerlei modaliteiten." „De truc als dominee is om te 'spelen met taal‘. Sommigen zijn meer van de moderne taal anderen meer van de Bijbelse. Gods barmhartigheid laat zich in vele bewoordingen beschrijven."
Over de dienst:
Op 21 april introduceert de Protestantse Kerk in Nederland een nieuw fenomeen: roepingenzondag.
In verband daarmee is gekozen voor de passage Johannes 21:15-17, waar het gaat over herderschap.
We lezen dit Bijbelgedeelte tegen de achtergrond van Ezechiël 34:1-6 en Johannes 10:11-16.
Petrus krijgt drie keer de vraag "Heb jij Mij lief?" en drie keer geeft Jezus hem een opdracht, die alle drie keer anders is verwoord.
Johannes vertelt dit gedeelte in Johannes 21 in de tegenwoordige tijd. We zijn er dus als het ware bij en Jezus' vraag gaat ook ons aan.
.gif)
.gif)
